Virtueel Museum Grimbergen

Natuur en landbouw
 


Het Prinsenbos te Grimbergen.

Het is een parkbos, aangelegd vanaf de 17de eeuw toen de families de Glymes en de Merode het kasteel als buitenverblijf inrichtten. Een oud bos dat aan verjonging toe is en onder sterke druk staat door de vele wandelaars. Het gedeelte aan de kant van het centrum werd door sportinfrastructuur ingenomen. De burchtruïne is omgeven door een brede walgracht. Er lopen tal van wandelwegen doorheen zodat het bosgebied langs alle kanten toegankelijk is.
Het Prinsenbos bestaat uit loofbomen, met vooral zomereik en beuk. Tientallen majestueuze exemplaren zijn verspreid te bewonderen. Verschillende beuken hebben zelfs een stamomtrek van meer dan 350 cm, maar ze worden naar de kroon gestoken door een gewone es met een omtrek van 362 cm.
Wat het aantal betreft moeten voornoemde soorten echter de duimen leggen voor de iep en de gewone esdoorn, die zich geleidelijk aan in de boomlaag inmengen.

Behalve in de secundaire boomlaag zijn ze ook in de struiklaag aanwezig, waar ze vergezeld zijn van tal van andere soorten, waaronder veel hazelaars maar ook de gewone vlier, de wilde lijsterbes en de Europese vogelkers. Plaatselijk is er ook veel Amerikaanse vogelkers, een uitheemse en hier ongewenste soort.

Het bos bestaat volledig uit hooghout. De leeftijd van de oude bomen ligt tussen de 100 en 150 jaar. Ze nemen niet minder dan 90 % van de beboste oppervlakte in. Ze vormen zelden homogene bestanden en de stamsgewijze menging zorgt voor een soortenrijk bos. Het gemiddeld stamtal bedraagt 356 bomen/ha.