Het Spiegelhof
In de Maalbeekvallei ligt de semi-gesloten hoeve waarvan het woonhuis opklimt
tot het begin van de 17de eeuw, heden "Spiegelhof" genaamd, met als oudere
benamingen "Hoff te Spieghel" en "Hoefakker". Dit voormalige pachthof is gelegen
ten westen van het dorpscentrum, in het noorden begrensd door de Maalbeek, in
het oosten door de Beekkant en aan de andere zijden door het Potaardeveld.
Beschermd als monument binnen het dorpsgezicht "de maalbeekvallei" bij M.B. van
9 juli 1980.
Eertijds pachthof van de heren van Grimbergen waarvan de oudste vermelding
teruggaat tot 1433. De oudste benaming "Hoefakker" is een variant van Hoefnekker
en werd afgeleid van de gelijknamige plaatsnaam verwijzend naar waterrijk
gebied. Reeds in de vijftiende eeuw was er sprake van het "Hoff te Spieghel" dat
kortstondig door de familie "Van Der Spieghele" werd bewoond. Toch verwijst het
woordje "te" naar een oudere plaatsnaam en niet naar familiebezit. Tot het derde
kwart van de 20ste eeuw in adellijk bezit en als hoeve uitgebaat.
In 1699 was de hoeve opgebouwd uit drie vrijstaande, willekeurig ingeplante
volumes (zie kaartboek van de abdij). De Ferrariskaart van 1771-1778 toont de
huidige U-vormige opstelling met achter het woonhuis een omhaagde moestuin.
Exacter is echter het Primitief kadasterplan van 1821 met drie vrijstaande
rechthoekige volumes rond een rechthoekig erf en waarbij het woonhuis reeds aan
de achterzijde is uitgebouwd.
De heropbouw van de noordelijke stallingen werd in 1872 kadastraal opgetekend;
de uitbreiding van de schuur aan de erfzijde in 1880; de bijgebouwen in het
verlengde van het woonhuis respectievelijk in 1931 en 1880. Restauraties vonden
plaats in 1971 en de jaren 1990 waarbij onder meer de zolders van de stallingen
werden omgevormd tot twee wooneenheden.
Omhaagde, aan de straat ingeplante hoeve bestaande uit U-vormig opgestelde
verankerde, voorheen witgekalkte, bakstenen gebouwen onder vernieuwde pannen
zadeldaken rond een begraasd erf met kasseien pad; van de straat gescheiden door
een bakstenen muurtje met recent ijzeren hek. L-vormig volume met ten westen het
"1608" gedateerd woonhuis en lager aangebouwde berghokjes uit eind 19de en begin
20ste eeuw en ten noorden stallingen van circa 1872; ten zuiden vrijstaande
19de-eeuwse langsschuur.
Boerenhuis van het dubbelhuistype met verspringende gevellijn van zes traveeën
onder overkragend zadeldak gevat tussen aandaken. Door middel van een gevelsteen
"1608" gedateerd, doch mogelijk met nog oudere kern. Baksteenbouw met gebruik
van kalkzandsteen voor onder meer de plint en de vensteromlijstingen. Het
woonhuis werd herhaaldelijk verbouwd, getuige hiervan de vele bouwnaden,
gewijzigde openingen, het onregelmatig metselwerk en de verschillende soorten
baksteen. Toch zijn er twee duidelijke fasen te onderscheiden.
De oudste kern bevindt zich in de drie eerste vooruitspringende traveeën met
halfondergrondse kelder en opkamer. Het volume gemarkeerd door muurkettingen
staat op een hoge breukstenen plint die aan alle zijden wordt gestut door hoge
bakstenen steunberen (zie waterrijk gebied), welke aan de erfzijde met
kalkzandstenen afzaten zijn bedekt. Getraliede keldervensters en een beluikt
voormalig kruisvenster onder dubbele ontlastingsboog. Gedesaxeerde
linkerzijtuitgevel met muurvlechtingen en schouderstukken op kalkzandstenen
consooltjes. Verschillende bouwnaden en een bewaarde rollaag van een verdwenen
poort in de hoge breukstenen plint. Rechthoekig getralied keldervenster, aan de
linkerzijde voormalig kruisvenster met vernieuwde bovenlatei onder getoogd
ontlastingsboogje, twee getoogde zoldervenstertjes met zandstenen omlijsting en
bakstenen topoculus.
Het aansluitende volume van drie traveeën en twee bouwlagen op een lage
breukstenen plint is van latere datum en eveneens in de loop der jaren sterk
verbouwd. Aangepaste rechthoekige muuropeningen met houten lateien, sommigen
onder getoogd ontlastingsboogje.
Boven de deur die bereikbaar is via zes treden bevindt zich de zandstenen
jaarsteen "1608" en een recent aangebracht oculus. Rechterzijtuitgevel met
vlechtingen, schouderstukken op kalkzandstenen consooltjes en zoldervensters
onder houten latei met dubbel ontlastingsboogje. De haakse achterbouw op kleine
breukstenen plint dateert uit eind 18de-begin 19de eeuw (zie Ferrariskaart en
Primitief plan) en werd aan de zuidgevel voorzien van twee rechthoekige vensters
met (gerecupereerde?) kalkzandstenen rechtstanden met negblokken en onderlatei,
dubbele houten bovenlatei waartussen een strekse baksteenlaag.
Interieur. Binnenin bewaarde balkconstuctie: moerbalken met eenvoudig
uitgesneden sloffen op geprofileerde kalkzandstenen consooltjes; haard met
kalkzandstenen geprofileerde wangen en een steektrap. De rode gebakken
tegelvloer werd van elders gerecupereerd. Zowel het gebinte boven de opkamer als
boven de drie volgende traveeën hebben hun eigen nummering.
Drie belendende bijgebouwtjes van één bouwlaag onder verspringende nok,
respectievelijk daterend van eind 18de-begin 19de eeuw, van circa 1931 en circa
1880. Aan de erfzijde hondenhok in breuksteen onder pannen lessenaarsdakje.
Noordelijke voormalige koeien- en paardenstallen in 1872 opgetekend op het
kadaster en later uitgebreid met een wagenhuis, zie bouwnaad en muurankers in de
tussenmuur. Baksteenbouw met rechthoekige openingen onder houten lateien en
sporadisch hergebruik van witte natuursteen, onder meer de hoekconsooltjes bij
twee deuren. Oorspronkelijk drie, heden vier laadvensters onder lessenaarsdakjes.
Oostelijke zijgevel met drie verlengde lichtgleuven en uilengat. Achtergevel met
gewijzigde openingen, onder meer een recente arduinen deuromlijsting ter hoogte
van de paardenstal en toevoeging van drie laadvensters analoog aan deze van de
voorgevel.
Interieur. Balkconstructies behouden, met uitzondering van de koeienstal. In de
paardenstal zijn de kasseien vloer, de arduinen voederbakken, de houten ruif en
de kalkzandstenen consooltjes in de zijmuur bewaard.
Ten zuiden langsschuur, vermoedelijk opklimmend tot het eerste kwart van 19de
eeuw (zie Primitief plan) en circa 1880 aan de erfzijde uitgebreid met een
lagere aanbouw onder lessenaarsdak. Rechthoekige openingen met houten lateien
onder getoogde en rondboogvormige ontlastingsbogen. Aan de achtergevel recent
karrenhuis onder lessenaarsdak.
Tot tentoonstellingsruimte aangepast interieur met behoud van het gebinte. Het
bakstenen tussenmuurtje werd gesloopt en de standvinken steunen op bakstenen
sokkels afgedekt met een hardstenen plaat. De aardappelkelder met troggewelfjes
tussen ijzeren I-profielen werd omgevormd tot sanitaire ruimte en keuken.
Poorten in de zijgevels met vernieuwd schrijnwerk naar oud model en met
hergebruik van het hang- en sluitwerk.
Mondelinge informatie van de
eigenaars, Mr. en Mevr. De Vidts.
Bron: Van Damme M. met medewerking
van Debacker I. & Boekstal P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed,
Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem,
Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4,
(onuitgegeven werkdocumenten).
Auteur: Van Damme, Marjolijn
Aangepast: Lies Waegeman
|