De Biesthoeve
Wolvertemse steenweg
1850 Grimbergen
Een van de parels van Grimbergen, ook bekend als Hof ter Biest, is het restant
van de eertijds half-gesloten abdijhoeve, met een huidige bebouwing en
trapgevels die dateren van de 17de eeuw. Aan een der stallen staat de datum
1640.
Gelegen aan de drukke Wolvertemsesteenweg, op een licht dalend terrein, en op
een aangrenzende weide na is ze volledig ingesloten door bebouwing. De hoeve
ontleent haar naam aan het gehucht ‘Biesthoeht’, nu Bi(e)sthoek, dat zou
verwijzen naar de gelijknamige vegetatie. Misschien ook naar een
(gemeenschappelijke) Bistweide, zoals De Bist in Wilrijk-Antwerpen.
Het is een ‘gesterkte hoeve’ opgetrokken uit plaatselijk baksteen (kareel) die
aan het nabije nu verdwenen 'Hof ter Noetbeke' ( Groeneweg?) werd gewonnen en
witte Grimbergse zandsteen die uit de steenpoelen vlakbij de Keienberg werd
uitgekapt. De mooie boerenwoning en de recentere laagschuur zijn gerestaureerd.
Het pachthof, reeds in 1284 vermeld als abdijhoeve, werd vanaf 1646 vernieuwd
door abt Christoffel Outers (1574-1647).
De (half -) gesloten hoeve is grotendeels omgeven door een boomgaard (zie nr.73
Caertboek van de abdij 1699 en Ferrariskaart, 1771-1778). Ze ligt aan de
Waarbeek, (Wortbeek) en de bron ligt in wat het Bistveld wordt genoemd, vlakbij
Limbosch (Meise).
Begin van de jaren 1700 trouwde Frans Vrebosch, zoon van pachter Vander Gucht in
Schiplaken met Elisabeth De Vleminck en gingen op de Biesthoeve inwonen. Hun
tweede zoon Franciscus werd priester en later bekend als pastoor te Gijzegem. In
1740 werd het woonhuis uitgebreid en een nieuwe stal gebouwd, zie gevelsteen.
Tijdens de Franse bezetting op het einde van de 18de eeuw werd de hoeve, bewoond
door pachter Van der Elst, aangeslagen en openbaar verkocht.
De oorspronkelijke toegangsweg naar de boerderij liep van aan de
Beigemsesteenweg naast de voormalige brouwerij Oosterhuis . De vroegere weg naar
Wolvertem en Meise liep iets noordelijker over wat nu Oude Baan noemt. In 1800
baatte Frans Gerard, kleinzoon van de laatste molenaar van de Lierhoeve de hoeve
uit. Eigenaar van de hoeve was toen Baron d’Hoogvorst uit Meise die na 1830
minister werd in onze eerste regering. Achteraf eigendom van de familie
Timmermans- De Vleminck.
Door de aanleg van de Wolvertemsesteenweg in 1820 en 1825 - dwars door de hoeve
werden bedrijfsgebouwen gesloopt en bleven alleen de zuidelijk gelegen volumes,
het imposante woonhuis, de stallen en een deel van het gekasseide erf dat er
middenin lag, behouden.
De Grimbergse schuttersgilde Willem Tell verloor haar veld in 1920 bij de bouw
van de meisjesschool in de Prinsenstraat. De vereniging mocht haar ‘wip’ in de
weide rechtover het pacht-hof plaatsen (nu parking C&A) In het linkse gedeelte
van het woonhuis was toen de herberg ‘De Tombone’ gevestigd. In 1954 kocht het
echtpaar Frans Bosman-Van der Schueren de eigendom aan. Hun zoon Raymond, gehuwd
met Lucette Racquet van het Wezenhaeghe Hof aan de Diegemput, namen het in de
jaren tachtig over.
De Biesthoeve en haar onmiddellijke omgeving werden beschermd als dorpsgezicht
en monument bij M.B. van 9 juli 1980 De hoeve is bewoond door Lucette Racquet,
weduwe van Raymond Bosman.
Serge Demol voor Grimbergen Virtueel
Bronnen: DELESTRE, J.B., Uit het verleden van Grimbergen, bewerkte en
geannoteerde uitgave onder leiding van H. DE SCHEPPER, deel II, Grimbergen,
1987, p. 119. DEMOL Serge en VANWETSWINKEL Johan, Het landelijk leven in het
Grimbergse, deel 1, juli 2006.
|