Grimbergen Zingt
lijflied De Groenpoort 2011
Pitoe, Guido, Jacques & Friends
Melodie : Kleine café aan de haven
Het kleine café aan d' Abdij
De avondzon valt over de straten en pleinen, de gouden zon zakt in de stad.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de dag weer gehad.
De neonreelame die knipoogt langs ramen, het motregent zachtjes op straat.
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziek uit een deur die nog wijd open
staat.
refrein:
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
De toog is van koper, toeh ligt er geen loper, de voetbalclub hangt aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox, een pilsje dat is er niet duur.
Een mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warm, geen monsieur of madame, maar W.C.
Maar 't glas is gespoeld in het helderste water, ja, 't is daar een heel goed café
refrein:
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier
opgelost voor altijd.
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening,
of je staat in het krijt.
Maar het enige wat je aan eten kunt krijgen dat is daar een hardgekookt ei.
De mensen die zijn daar gelukkig, gewoon, ja de mensen die zijn daar nog blij!
refrein:
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
refrein:
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan d' Afbdij,
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee.
|