Virtueel Museum Grimbergen

Geschiedenis van de plaatsnamen (Beigem)
 

 

Beigem

Beigem

Oudste schrijfwijzen :
Beingem (ca. 1155), Beinghem (1170), Beighem (1211), Beigem (1212), Beienghem (1212).

De vormen zijn terug te brengen tot een Germaanse reconstructievorm « BAG - INGA - HAIM »

Bago of Bajo is de bezitter van het oorspronkelijk Frankisch hof.
inga = de familie of de lieden van ... haim = woning, woonplaats

Dus : « woonplaats van de lieden van Bago of Bajo. De familienaam « Bayens » draagt vermoedelijk dezelfde voornaam als « Beigem ».

Andere plaatsen die dezelfde naam dragen zijn :
Bayenghem (Frankr.), Beigem (een hoeve van de abdij van Tongerlo), Beyeghemlant (Varsenare), enz...

Geschiedenis

Beigem en Humbeek moeten wij in hetzelfde perspectief van Strombeek zien ; evenwel in een losser verband.
Alhoewel geprangd tussen Grimbergen en Meise, gaan beide hun eigen weg doorheen de geschiedenis. Het voornaamste kenmerk is dat ze nooit rechtstreeks met de abdij zijn verbonden geweest. De parochie Beigem gaat terug tot het Personaat, d.i. tot het persoonlijk bezit van de bisschoppen van Kamerijk; de parochie Humbeek tot het bezit van het kapittel van Mechelen.

Hiernaast stellen wij vast dat de dorpsheren, waarvan wij er een hele reeks kennen door de oorkonden van de abdij van Grimbergen in de 12de en 13de eeuw als milites de Beinghem, enerzijds vrije heren met eigen bezit zijn, anderzijds leenheren van Grimbergen. Van hun eigen goed schonken ze niet minder dan 40 bunder aan de abdij. Inleen hielden ze het Hof ten Doorn met 14 manschappen, waaronder het Hof te Corsele ressorteerde, en de achterlenen ten Berge, het Hof te Bentinck en te Obberghe ; in de 16de eeuw nog samen 121 bunder groot.

Uit deze gegevens mogen wij besluiten dat het oud ridderlijk geslacht van Beigem, alhoewel van vrije herkomst, door leenbanden nauw verbonden werd met de heren van Grimbergen, meer bepaald met de oudste tak, de Perwez-Vianden-Nassau, die er de schepenen aanstelden. Dezen gingen ten hoofde te Grimbergen en voerden het wapen van de Berthouts. Merkwaardig is dat de schrijver van het epos «De Grimbergse Oorlog» aan de heren van Beigem nog altijd een eigen wapen toekent: een veld van lazuur (blauw) met een kruis van zilver. Wij zijn de mening toegedaan dat Beigem oorspronkelijk veel losser stond van Grimbergen dan Strombeek. Parochiaal heeft het nooit onder de abdij gestaan en territoriaal behielden de milites de Beinghem een relatief groot allodiaal bezit. Zij betitelden zich o.a vir ingenuus et nobilis en beheerden minstens tweederden van het grondbezit. Het leenverbond komt ons voor als opgedrongen door de Berthouts.