Virtueel Museum Grimbergen

Onze-Lieve-Vrouw kerk (Beigem)
 


Onze-Lieve-Vrouw kerk

Georiënteerde, longitudinale kruiskerk met uitspringende westtoren gesitueerd op een van oost naar west licht hellend terrein, omgeven door het laag ommuurde, voormalige kerkhof. Het begraasde kerkhof bevat nog enkele grafstenen en -kruisen uit de 17de tot begin 20ste eeuw.

Pas na de 9de eeuw richtten de heren van Beigem nabij hun hoofdleen "Hof ten Doorne", op de primitieve dorpsdries een villakerkje op. Het stond onder het personaat van de bisschop van Kamerijk en nam ook de Onze-Lieve-Vrouwetitel van het kapittel van zijn bisschopskerk over. Over dit gebouwtje zijn echter geen gegevens bewaard. In de middeleeuwen werd er een stenen kerkje opgetrokken dat tijdens de godsdiensttroebelen in 1585 werd vernield. In het midden van de 17 eeuw bouwde men een natuurstenen éénbeukig gebedshuis met westtoren onder een leien bedaking (zie Kaartboek van de gemeente, circa 1690; Kaartboek van de abdij, 1699; foto KIK van 1892). De imposten van de westelijke poortomlijsting bevatten de inscripties "ANNO" "1653". Bij de heropbouw werden enkele (waarschijnlijk) 13de-eeuwse elementen bewaard, waaronder de gotische spitsboognis aan de oostgevel, de noordelijke sacristie met zijn kruisribgewelf en een kwarthol geprofileerd venstertje en een deurtje met beslagwerk nu in de zuidelijke sacristie. In 1914 brandde de kerk grotendeels af, met uitzondering van de noordelijke sacristie. Vanaf 1920 wederopgebouwd met toevoeging van twee zijbeuken, een dwarsbeuk, kleinere annexe ruimten en een traptoren. De dakbedekking en torenspits werden in 1967 vernieuwd onder leiding van architect Fr. Somers (Beigem). De gevels, dak, toren en omheiningsmuur werden tijdens de periode 1992-1999 gerestaureerd onder leiding van architect A. Keulemans (Grimbergen).

De huidige plattegrond ontvouwt een driebeukige kerk met uitspringende westtoren, gedeeltelijk gevat tussen een kleine bergruimte ten noorden (voormalige doopkapel?) en een spiltrap ten zuiden; een schip van twee traveeën, een licht uitspringend transept van één travee met vlakke sluiting en een koor van twee traveeën met eveneens vlakke sluiting en flankerende sacristieën, heden bergruimte en weekkapel.

De kerk is volledig opgetrokken uit zandsteen onder een leien bedaking.

Vrij gesloten vierkante westtoren van vier geledingen bekroond door een achtzijdige klokvormige torenhelm met vier houten dakvenstertjes en een peerspits uitlopend op een ijzeren windhaan. Eenvoudige in het vlak liggende kwarthol geprofileerde rondboogpoort, met sluitsteen en inscripties op de imposten: "ANNO" "1653".

Rondboogvenster onder druiplijstje op gestrekte uiteinden ter hoogte van het doksaal en hoger vier rondbogige galmgaten. Homogeen uitzicht dankzij de sober heropgebouwde kerk, naar analogie met de 17de- eeuwse westtoren. Vlakke muurbehandeling enkel onderbroken door rondboogvormige vensters onder druiplijstjes met gestrekte uiteinden. Tegen het koor en asymmetrisch in de gevel, een spitsboognis met halfrondprofilering mogelijk uit de 13de eeuw. Bij de wederopbouw werd de nis voorzien van een monumentale sokkel waarop een Mariabeeld met opschrift "LILIUM INTER SPINA"; het geheel onder een houten luifel op gesinterde bakstenen muurtjes. Noordelijke sacristie met een rechthoekig kwarthol geprofileerd venstertje met zware diefijzers, mogelijk 13de-eeuws.

Bepleisterd en witgeschilderd interieur geleed door rondboogarcaden op eenvoudige pijlers. Vlakke zoldering voor het schip en de zijbeuken, spitsbooggewelven neerkomend op halfronde (fantasie)kraagstenen in de transeptarmen, koor en doksaal. Spitsbooggewelf op geprofileerde rechthoekige kraagstenen in de noordelijke sacristie dateert mogelijk uit de 13de eeuw.

Mobilair. Schilderijen. Vier schilderijen met passietaferelen van de "meester van het retabel van Beigem" uit de tweede helft van de 16de eeuw, werden gestolen vóór de brand van 1914. De behandelde thema's waren Golgotha, Jezus wordt gegeseld, Pilatus toont Jezus aan het volk en de Verrijzenis van Jezus.

Orgel van Jules Anneessens-Tanghe (opschrift), circa 1930.

Meubilair. Hoofdaltaar met retabel: de Calvarie geflankeerd door de vier evangelisten, 1930, witte steen, opschrift linkerzijde: "ANNO 1930/ DONO DEDIT PROENOBILIS STEPHANUS COMES/ CORNET D'ELZIUS DE PEISSANT IN GRATIARUM/ ACTIONEM MIRABILIS SANATIONIS DILECTAE/ EJUS UXORIS ADRIANAE DOMIS DE SEMERPONT".

Maria-altaar met retabel: Tronende Onze-Lieve-Vrouw met Kind, Boodschap van de engel Gabriël aan Maria en Maria bezoekt haar nicht Elisabeth, van 1914 en heropgericht in 1928, witte steen, opschrift rechterzijde: "IN HONOREM BEATAE VIRGINIS/ HOC ALTARE ANNO MCMXIV DIRUTUM/ ANNO MCMXXVIII/ REAEDIFICATUM EST/ A COMITE COMITISSAQUE STEPHANO CORNET D'ELZIUS DE PEISSANT/ PRAENOBILE CAROLO DOMINAQUE/ ROTSART DE HERTAING/ COMITE COMITISSAQUE ALOYSIO/ CORNET D'ELZIUS DE PEISSANT/ COMITE COMITISSAQUE CARDO DE BROUCHHOVEN DE BERGEYECK/ BARONISSA ALBERTO SNOY/ JOHANNAQUE POWIS DE TENBOSCHE".

Sint-Jozefaltaar met retabel: Heilige Jozef met Jezuskind, Jezus als leerjongen en Dood van de Heilige Jozef, tweede kwart 20ste eeuw, witte steen.

Twee neogotische biechtstoelen en kelkvormige doopvont met Christusmonogram eveneens 20ste-eeuws.

De glasramen dateren allemaal van kort na de Tweede Wereldoorlog: koor: Offer van Isaak, gesigneerd en gedateerd: "LOU ASPERSLAG/ HEVERLEE 1948" en het Offer van Melchisedek, gesigneerd en gedateerd: "K.D.R./ 25-1-1949"; noordelijk transept: Aanbidding van de herders met opschrift: "UIT DANKBAARHEID AAN O.L.VROUW/ VANWEGE KUNSTSCHILDER HULIN/ EN AL DE PAROCHIANEN"; zuidelijk transept: Tenhemelopneming van Maria met opschrift: "GIFT VAN DE PAROCHIE/ H. MISSIE 25 JAN.-3 FEBR. 1948"; noordelijke zijbeuk: Maria bezoekt haar nicht Elisabeth met opschrift: "GESCHONKEN DOOR DE FAM. DE WIT" en Verkondiging van de Blijde Boodschap met opschrift: "TOT AANDENKEN AAN Z.E.H. PASTOOR SIMONS + 26 JULI 1946"; zuidelijke zijbeuk: Kruisdraging met opschrift: "FAM. F. VAN DEN EYNDE/ EN A. KEYMOLEN" en een Kruisiging met opschrift: AAN Z.E.H. PASTOOR TILEMANS/ IN DANK OM DEZE MOOIE KERK" en doksaal: Christus deelt de hosties uit.

Het voormalige kerkhof is een ovaalvormig begraasd pleintje geworden, afgeboord door een laag natuurstenen muurtje. Omstreeks 1925 werd de begraafplaats verplaatst naar de Meerstraat, ter hoogte van de aan de overkant gelegen zijstraat Obbergenkouter. Enkele grafplaten en grafmonumenten bleven ter plaatste. Tot de oudste behoren de zerk van Laureys Meyskens († 1632) met wapenschild (ten zuiden van de westtoren); de zerk van Jan Leemans († 1639) met doodshoofd (ten noorden van de noordelijke sacristie) en de zerk van Vanderlinden, eerste helft van de 18de eeuw met wapenschild (ten noorden van de noordelijke sacristie).

In de zuidoostelijke oksel: 18de-eeuwse arduinen tombe op een vrij hoge sokkel zonder opschriften; tegen de oostelijke gevel van de zuidelijke sacristie: laat 18de-eeuwse classicistische portiek onder driehoekig fronton waarin het wapenschild van de familie Domis de Semerpont en het devies "VIRTUS ET CONSTANTIA", eerste bijzetting in 1798; tegen de zuidgevel van de zuidelijke sacristie: eenvoudige arduinen plaat met gelijkaardig wapenschild van François- Joseph- Ghislain Domis de Semerpont.

Een 19de-eeuws grafmonument van Z.E.H. Petrus Grietens († 1865). Een zevental zerken en grafmonumenten uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, waaronder in de zuidoostelijke hoek van het kerkhof een imitatierots met imitatie houten kruis van beton.

Bron: Van Damme M. met medewerking van Debacker I. & Boekstal P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, (onuitgegeven werkdocumenten).
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
 


Herstelde kerk Beigem

Kerk Beigem
 

Kerk Beigem (binnenkant)