De Verbrandde Brug was het oorspronkelijke Heienbeek die in het
gebied van "De Grote Heide" Heienbeek werd genoemd. Het toponiem
heide kan zowel verwijzen naar de gelijknamige vegetatie als naar
"een plaats die later ontgonnen werd".
De plaatsnaam Heienbeek komt reeds voor in 1155 en besloeg een veel
grotere oppervlakte dan het huidige gehucht Verbrande Brug. Het
gebied werd ongeveer ten zuiden begrensd door de Verbrande
Brugsesteenweg, ten westen door de Humbeeksesteenweg, ten noorden
door de grens met Humbeek en liep aan de overzijde van het kanaal
zeker door tot aan de Gerselarendries.
Het gehucht kreeg pas enige betekenis toen het in 1550 verticaal
doorsneden werd door de Willebroeksevaart (1550-1561).