Koveris
Oorspronkelijk : pachthof. Naam van de nieuwe woonwijk, gelegen tussen de
Kerkeblok ( Wit Paard en Vilvoordsesteenweg) en anderzijds de Veldkantstraat. De
hoeve lag in de nabijheid van de Costermansstede en de hofstede De Mets, die
deels al in 1896 zijn afgebroken om plaats te maken voor het voormalige Rust- en
Verzorgingstehuis Heilig Hart. Een eerste vermeling vinden we in het A.A.G. (
Abdijarchief van Grimbergen), bij Klasse III, waar Coveris in 1440 wordt vermeld
als hofstede. De variante namen hierop zijn Cauveris, couveris, coveris, kiveris,
koveris, kuveres en kuveris.
Volgens Jan Lindemans is het een romaanse naam, mogelijk afkomstig van Waalse
steenkappers. Hij vergelijkt de naam met Chèvremont bij Luik, Kivermont of
Chevron bij Verviers. In 1130 werd het ‘Keverum’ geschreven. Kiveris zou dan ook
het Waalse ‘kivre-chèvre’ of geit bevatten. Ook in het woord ‘capriolen’ of
geitesprongen ( bokkesprongen, ook camperfoelie ( = geiteblad) vinden we het
Latijns woord ‘capra’ ( = geit) maar hieromtrent zijn nog veel vraagtekens.
Als tweede mogelijkheid is Koveris een vervorming van ‘kolveniers’ =
haakbusschutters. En dan zou Koveris gewoon Kolveniershof of Schuttershof
betekenen. Wat het meest logisch lijkt, daar vlakbij, aan de overkant van de
Vilvoordsesteenweg het Grimbergse Schuttershof ligt. Ook te Vilvoorde en
Strombeek was er een ‘Schuttershof’”.
cfr. Jan Lindemans, ‘Romaanse plaatsnamen in de streek van Asse’, Onomastica,
Instituut voor Naamkunde, Leuven, 1953.
(met dank aan Frans Meskens)
|