’s Gravenmolen.
Voormalige banmolen van de heren van Grimbergen, gelegen ten westen van het
dorps- centrum in het beschermde dorpsgezicht "De Maalbeekvallei" (M.B. van
9-7-1980).
Deze watergraanmolen van het middenslagtype dateert in zijn huidig voorkomen uit
de eerste helft van de 18de eeuw, naar verluidt voorheen "1745" gedateerd, en
was in gebruik tot circa 1949. Heden sterk aangepast. De benaming "'s
Gravenmolen" verwijst naar de graven van Grimbergen die vanaf 1400 tot 1875
eigenaars waren. In de benaming "Maelenmuelen" kan "Maal" verwijzen naar de
gelijknamige Maalbeek maar ook naar "grens van een rechtsgebied"(maalschap of
ban) waar de inwoners van dat rechtsgebied verplicht waren te malen.
Op de Ferrariskaart (1771-1778) langwerpig volume haaks op de beek met ten
oosten een dwars dienstgebouw. In de loop van de 18de en 19de eeuw ontwikkelde
zich ten oosten van het molen- en woonhuis een erf waarrond dienstgebouwen
werden opgetrokken, heden allemaal verdwenen.
Circa 1897 werd het molenhuis naar het westen toe uitgebreid. In de zuidelijke
zijgevel getuigt hiervan de verspringing in de plint en op oude postkaarten zijn
de bouwnaden in het baksteenmetselwerk nog te zien. Circa 1908 werd de
molenaarswoning eveneens vergroot en zag het geheel er als volgt uit: een
molenhuis van twee traveeën en anderhalve bouwlaag met aansluitend het woonhuis
van vier traveeën en één bouwlaag onder doorlopend pannen zadeldak met drie
dakkapellen.
Molenhuis gedeeltelijk op hoge breukstenen plint en voorzien van een
steekboogvormige deur gevat in een 18de-eeuwse kalkzandstenen omlijsting.
Witgeschilderde erfgevel op gepikte plint voorzien van twee beluikte
rechthoekige vensters met diefijzers en twee kruisvensters. Opkamer in de
noordoosthoek.
In 1912 werd het houten rad vervangen door een metalen exemplaar en de drie
dakkapellen verwijderd en vervangen door een laadvenster. In hetzelfde jaar
registreerde men op het kadaster de afbraak van een lemen schuurtje onder
strooien dak naast het woonhuis en in de plaats daarvan de bouw van een
aansluitende stal. (Het schuurtje wordt nog wel circa 1935 vermeld door de
auteur WILMET.) In 1948 verhoogde men de stal met een halve verdieping.
Ongeveer een jaar later vormde men de molen om tot een industriemolen die
rechtstreeks maalde voor bakkerijen. Concurrerende bloemmolens reageerden door
het handelsfonds af te kopen en de binneninstallatie te vernietigen.
Begin jaren 1970 werden het molen- en woonhuis grondig verbouwd waarbij het
volume werd behouden maar de binnenindeling en de gevelordannantie volledig
veranderden. Zowel het molenhuis links, als de stal rechts, werden bij het
woonhuis betrokken; de opkamer bleef bewaard. Het gevelparament werd grotendeels
vernieuwd met gebruik van recuperatie materiaal, nieuwe muuropeningen gemaakt,
de kruisvensters verwijderd en de deur verplaatst met recuperatie van de
natuurstenen omlijsting. Het muurtje aan de Molenbeek werd een meter naar de
beek toe opgeschoven en verhoogd.
Haaks op de Maalbeek ingeplant molenhuis met molenaarswoning en aanpalende stal
gelegen ten westen van een beplant erf dat aan de andere zijden omgeven is door
een recent opgetrokken bakstenen omheiningsmuur met segmentboogvormige
toegangspoort ten noorden en bergruimten onder lessenaarsdak ten noorden en
oosten.
Molen- en woonhuis in kern opklimmend tot de eerste helft van de 18de eeuw,
(naar verluidt voorheen "1745" gedateerd) maar zeer sterk verbouwd in de jaren
1970. Dubbelhuis van acht traveeën en anderhalve bouwlaag onder licht geknikt
overkragend pannen zadeldak op houten modillons. Verankerde, grotendeels
vernieuwde, bakstenen gevel op natuurstenen plint met vernieuwde rechthoekige
vensteropeningen. Deels gerecupereerde 18de-eeuwse steek- boogdeur met
kwartholle neg- en hoekblokken ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met
sluitsteen en druiplijst. Laadvenster met ijzeren hijsbalk onder ver overkragend
zadeldak. Behoud van de opkamer in de noordoostelijke hoek.
Sterk verankerde zuidelijke zijgevel met hoge verspringende breukstenen plint
gedeeltelijk met afzaat (zie uitbreiding circa 1897) en gewijzigde muuropeningen
met behoud van twee natuurstenen vensteromlijstingen. Vervallen ijzeren rad
zonder schoepen gevat tussen de zijgevel en een getrapte strekdam opgetrokken
uit kalkzandsteen. De maalinrichting is volledig verdwenen sinds 1949. Sterk
aangepaste achtergevel.
De voormalige aanpalende stal ingetekend op het kadaster in 1912 en verhoogd
circa 1948 werd tot woonhuis verbouwd in het begin van de jaren 1970 waarbij de
gevelordonnantie werd gewijzigd. Enkelhuis van twee traveeën en anderhalve
bouwlaag onder geknikt en overkragend pannen zadeldak op houten modillons.
Bron: Van Damme M. met medewerking van Debacker I. & Boekstal P. 2005:
Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente
Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen
door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, (onuitgegeven werkdocumenten).
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
|