In 2008 was het precies 40 jaar geleden dat het
Gregoriaans Abdijkoor van Grimbergen door de koorleden
werd opgericht. In de postconciliaire jaren, toen het
Latijn en dus ook het Gregoriaans te allen prijze de
plaats moest ruimen voor de volkstaal, wilde de
plaatselijke Norbertijner gemeenschap die kostbare
eeuwenoude liturgische gezangen toch nog een zinvolle
plaats in de liturgie blijven geven. Zij vonden leken
graag bereid om hen daarin actief te steunen. Het
abdijkoor groeide in de loop der jaren uit tot een koor
met een stevige reputatie, met de steun en onder het
waakzame oog van gerenommeerde musici als Kamiel
D’Hooghe en Vic Nees. In die 40 jaar brachten zij maar
liefst zes CD’s uit, die ondertussen uitverkocht zijn. (Drie
CD's werden ondertussen weer op de markt gebracht.)
Het
koor wordt sinds zijn ontstaan geleid door Gereon van
Boesschoten, norbertijn en pastoor van Grimbergen, die
onlangs werd aangesteld tot nationaal voorzitter van
Kerk in Nood (Oostpriesterhulp), om het levenswerk van
de spekpater Werenfried van Straaten verder te zetten.
Gereon
van Boesschoten heeft roots in Nederland, maar kwam al
op jonge leeftijd naar de Norbertijnen in Grimbergen om
toe te treden. Onder de Grimbergenaren was hij al vlug
erg geliefd.
De
Norbertijnen wilden investeren in zijn opleiding en
stuurden hem drie jaar naar Rome. Daar studeerde Gereon
liturgie en kerkmuziek bij Dom Cardine, een autoriteit
in de wereld van de Gregoriaanse muziek.
Het
abdijkoor luistert elke zondag en hoogdag in de
abdijkerk de hoogmis op. Telkens komen er mensen uit
alle hoeken van het land samen om de viering in de abdij
om 10 uur mee te maken.
Wat maakt Gregoriaanse muziek zo bijzonder?
Het is
muziek tussen hemel en aarde, gewijde muziek, die iets
onuitsprekelijks bevat en waar ook ongelovige mensen
naar luisteren. Gregoriaanse muziek straalt rust en
muzikaliteit uit en inspireert.
Klinkt de liturgie van de Norbertijnen anders dan de
gewone Gregoriaanse muziek?
De
Norbertijnen hebben inderdaad hun eigen Gregoriaanse
gezangen. Vroeger had elk bisdom dat zichzelf
respecteerde zijn eigen liturgie. Toen de orde in 1120
door Norbertus in het Noord-Franse Laon werd gesticht,
nam hij de gebeden en zangboeken van dat bisdom over. De
muzikale paters die generaties lang de partituren van
onze orde overschreven, maakten onbewust en bewust
fouten. Hier en daar werden noten toegevoegd, zodat de
gezangen er in de loop der eeuwen veel mooier op
geworden zijn. Daardoor kreeg de norbertijnse muziek een
heel eigen, melodieuze klank.
Het
abdijkoor heeft momenteel een stevige reputatie. Het
wordt overal in het land gevraagd en mag regelmatig tv-
en radiomissen zingen. Toen het Davidsfonds de cd’s van
het abdijkoor ging verspreiden, raakte het ook in het
buitenland bekend, tot in Japan. Maar het mooiste bewijs
van onze erkenning was eigenlijk dat het abdijkoor door
het Hof werd gevraagd om tijdens de uitvaartmis van
koning Boudewijn te zingen.'
|