Van der Elst, Judovicus
° 24 juni 1599 te Grimbergen, † te Brussel 21 februari 1670.
Volgde Abt de Velasco op, die na een half jaar ziek zijn op 13
oktober 1665 te Brussel op 69-jarige leeftijd was overleden. De
uitvaart was drie dagen later te Grimbergen tijdens een plechtige
dienst, voorgegaan door vicaris–generaal Libertus de Pape, abt van
Park (Leuven).
Judovicus Van der Elst was de eerste novice die volgens de nieuwe
Statuten twee jaar noviciaat had gedaan en werd in 1625 priester
gewijd. Hij was eerst pastoor te Sint-Agatha Berchem , dan te Wemmel
en vervolgens twintig jaar pastoor te Grimbergen. Op 9 december 1665
kwamen de religieuzen van Grimbergen samen om een nieuwe abt te
kiezen. Philips-Willem Van Steenhuyse, kanselier van Brabant en de
abt van Helissem waren hierbij als commissaris aanwezig. Prior
Jacobus Rottenbroeck, die licentiaat was in de Theologie te Leuven
kreeg de meeste stemmen. Maar daar hij van Sint-Truiden afkomstig
was ( wat niet onder Mechelen viel ) gaven de commissarissen de
voorkeur aan eerste opvolger Judocus van der Elst. Toen alles gereed
was voor de wijding werd de abt van Park door de Spaanse gouverneur
Castel-Rodrigo naar Brussel geroepen. Hij had het Pauselijk Indult
(goedkeuring) niet ontvangen en maakte er moeilijkheden. Maar de abt
van Park beet van zich af met de vaststelling dat de Nuntius reeds
in oktober de toelating had gegeven en involgens het Kerkelijk recht
enkel de directe overste die (namens de Paus) moet geven en er geen
verplichting was om dit ook aan de overheid te melden. Na lange tijd
wachten kwam uit Brussel op 5 juli 1566 het bericht dat de
installatie mocht plaatsvinden, maar de gouverneur bleef moeilijk
doen. Zelfs Paus Clemens kwam er aan te pas en gelastte de Deken van
Brussel om de nieuwe abt te wijden. Wat dan uiteindelijk op 19 maart
1668 gebeurde door de Ierse bisschop Nicolas French omdat de
aartsbisschop van Mechelen overleden was.
Uit deze zaak is overduidelijk dat de
geestelijke en wereldlijke overheden zeer moei-lijk overeen kwamen
en hun invloeden zoveel mogelijk wilden laten gelden. En de abdij
Grimbergen toen al zeer belangrijk moet geweest zijn! Tijdens deze
periode nam de Vicaris-generaal de functie van abt op zich. Er is
weinig bekend over het vrij korte bestuur van abt Van der Elst. Het
was op elk vlak een zeer woelige tijd en de nieuwe abt kreeg even
later van de gouverneur de eis 10.000 gulden te betalen onder
bedreiging dat anders de abdij gesloopt zou worden.
In 1667 kwam de Franse koning Lodewijk XIV
( de Zonnekoning) naar ons land. Zijn troepen legerden onder leiding
van maarschalk Turenne in de omgeving van Brussel.
Toen een afdeling van de Franse ruiterij een boot wilden kapen op
het kanaal Brussel-Willebroek vielen Spaanse troepen hen aan. De 5
overlevende Fransen konden vluchten en gingen zich in de abdij
verschuilen. Maar algauw door de Spaanse soldaten ontdekt en
gevangen genomen. In 1668 kwamen de Spaanse troepen terug en is de
abdij geplunderd. Wellicht als vergelding en ook omdat de Grimbergse
bevolking geweigerd had de belasting te betalen die de Franse
generaal had opgelegd.
Abt Judocus Van der Elst stierf te Brussel.
Hij was 71-jaar. Hij heeft de abdij slechts 2 jaar geleid . Uit de
annalen blijkt dat hij de Bollandisten zeer goed wist te ontvangen.
Een ovaal portret van abt Van der Elst is
te zien in de refter van de abdij. Zijn wapenschild was van keel
(rood) met vijf tuiten van zilver, kruisgewijs geplaatst. De spreuk
die hij had gekozen was “Candide et rubicunde”, wat ‘omwille van de
liefde’ betekent.
( naar D.J.Delestré / SD) |