Geboren in Zemst op 18 juni 1909 kwam Frans Cantinjaeu 1929 naar de
abdij om er Norbertijn te worden. Op 30 december werd hij door
prelaat Hoppenbrouwers ingekleed. Augustinus werd zijn kloosternaam.
Hij sprak zijn plechtige geloften uit op 28 september 1934. Na zijn
subdiakenwijding in Tongerlo (22 december 1934) en diakenwijding in
de abdij van ’t Park vijf dagen later, werd hij in onze abdijkerk
priester gewijd op 23 april 1935 door Mgr. Heylen (Norbertijn en
bisschop van Namen).
Hij was circator vanaf 29 november 1935 en na de dood van prelaat
Hieronymus Hoppenbrouwers werd hij tot 54ste abt van de Grimbergse
abdij gekozen op 17 februari 1942. Kardinaal Van Roey kwam naar
Grimbergen om de abtszegening toe te dienen.
Vier jaar later gaf hij echter al ontslag om gezondheidsredenen op
27 februari 1946 en verhuisde naar Antwerpen waar hij bij de
“zusters van het Kind Jezus” rector werd en godsdienstlessen gaf aan
de humaniorastudenten. Op 10 december 1976 kwam hij op rust in onze
abdij en vierde zijn gouden priesterjubileum in 1985. Meer dan 10
jaar voor zijn dood werd hij door een beroerte getroffen waardoor
hij nauwelijks nog kon spreken. Hij kende een lange en pijnlijke
lijdensweg totdat hij zijn ziel aan zijn schepper teruggaf en op ons
kloosterkerkhof op 21 december 1990 werd begraven. Hij was 81 jaar
oud.