Groei en bloei van de Grimbergse
meisjesschool. Deel 1
Dank zij pastoor Délestré zaliger zijn heel wat gegevens bewaard in
verband met het dagelijks leven in Grimbergen. Wie meer wil weten
over het onderwijs van voor 1867 vindt dit in de tweedelige uitgave
van “ Uit het verleden van Grimbergen”, en in het bijzonder deel II,
vanaf pg 40, met als ondertitel “ Onder de Aartshertogen herleeft
Grimbergen”.
Het gaat hier uiteraard over de bloeiende periode onder Albrecht en
Isabella, tijdgenoten van Rubens en Teniers. Een zin zoals “ … rond
1600 konden alleen heel rijke mensen lezen en schrijven” spreekt
voor zichzelf. Dat de abt ( prelaat) van Grimbergen een spilfiguur
was hoeft geen betoog. Uit onderzoek blijkt dat hij zelfs instond
voor benoemingen te St.-Agatha-Berchem, van 1639 tot 1722. Te
Grimbergen droeg hij inzake onderwijs zijn gezag over aan de
pastoor(-deken), die tot op heden een belangrijke inbreng heeft in
het Schoolcomité en het beleid.
In “Het Schoolwezen” lezen we dat in 1846, op de feestdag van St.-Thomas,
de kinderen werden vermaakt met ‘ het jagen op een haan’ en ook
dansen en springen, waarvoor enkele muzikanten werden betaald! Dit
kon niet voor de toenmalige inspecteur die het vergeleek met een
“mascarade” en aandrong dat “het gezag van den onderwijzer
gehandhaafd moest blijven”. Dat in plaats van feesten men het geld
beter een stuk kleding of voedsel aan de armsten of oude lieden van
het dorp zou schenken….”
Als reactie tegen de officiële bemoeizucht en het feit dat er enkel
gemengde scholen waren richtten de kloosters en kerkelijke overheden
afzonderlijke jongens- en meisjesscholen op.
Te Grimbergen was dat dank zij drie Zusters van ( het klooster te)
Strombeek die op 4 juni 1867 hun intrek namen in het huis dat nu ’t
Wit Paard heet ( Kerkeblok),
De dynamische pastoor Claes kwam de nieuwe school inwijden in
aanwezigheid van Kardinaal Sterckx en de dag later gaf men er aan 13
leerlingen les. Op 1 september 1889 waren er al tachtig leerlingen
in de Vlaamse afdeling. De kleuterklas kwam in het washuis, een
vroegere stal, op het hooirek werden tabellen met letters
aangebracht en het bord werd tegen de kribbe ( = voederbak)
geplaatst.
Een van de zusters trok in 1871 naar Wemmel om daar een nieuwe
school op te richten.
Na zes jaar in ‘t Wit Paard werden de klassen te klein en in juli
1873 trokken de zusters naar “De Zevensterre” op de Hogesteenweg
:een mooie grote woning (uit 1550) met aanpalend huisje, tuin en
achterbouw die ze voor 9000 frank hadden gekocht.
Van 1870 tot ’83 was er de schoolstrijd die de liberalen ten val
bracht. Het onderwijs kwam weer in handen van de Katholieke partij.
Te Grimbergen slaagde prelaat Van Put erin fondsen te verzamelen
voor de bouw van een “Vrije” jongensschool op de gronden van de
abdijhoeve. De kloosterlingen gaven er les, de eerste directeur was
J.B. Van Campenhout, die in 1885 door Karel Verheyen werd opgevolgd.
Hij bleef schoolhoofd tot in 1907, waarna de school werd opgeheven
en de Grimbergse jongens naar de gemeenteschool gingen. Een
onderwijzer gaf les aan soms meer dan 50 kinderen, want er waren
vier graadklassen. In jongensscholen werd hij soms bijgestaan door
een ‘ondermeester’ die achteraan met houten regel tucht hield!
Na korte tijd was de meisjesschool op de Hogesteenweg weer te klein
en werden klassen gebouwd aan het Schuttershof dankzij de nodige
gelden geschonken door de barones van Overschie en de graaf van
Merode. In november kwam er een huishoudschool voor meisjes tot
veertien jaar en vanaf mei 1899 was er elke zondag, van 16 tot 19
uur, ‘patronaat’, een soort jeugdbeweging om kinderen van de straat
te houden.
Zuster Van der Linden was toen schoolhoofd, en zuster Gabriëlle
Plaskie , de latere directrice, was niet minder dan 53 jaar actief
in het onderwijs, afwisselend te Grimbergen en Strombeek.
(SD)
Groei en bloei van de Grimbergse meisjesschool. Deel 2
Bij de telling van de schoolbevolking in 1906 waren er in de
“Zevensterre” 109 niet-betalende leerlingen, 40 ‘met toelating’ en
vier betalenden, dus samen 153 kinderen tussen 6 en 14 jaar. De
kleuterschool telde 69 niet-betalende kinderen en 14 betalenden (dit
hing af van het inkomen van de ouders) In 1907 waren er 5 kinderen
meer en sedert ging het in stijgende lijn. De Prinsendreef, toen St.-Servaasdreef,
was van oudsher de verbindingsweg tussen het dorpscentrum en de
Spaanse Lindebaan, die zelf een middeleeuwse verbindingsweg was van
Strombeek naar Mechelen. In 1912 was de school weer te klein
geworden en pastoor Noppen en zuster Vander Linden vroegen aan
gravin Jeanne de Merode een stuk grond die aan de St.-Servaasdreef
gelegen was. De gravin stemde toe. De zuster kon in september 1913,
bij het begin van de bouwwerken, na 39 jaar dienst met pensioen
gaan.
Op 8 oktober 1915 namen de zusters hun intrek in het woonhuis aan de
straatkant en drie dagen later werden de lessen voor 233 leerlingen
aangevat! Het jaar daarop nam Lucia, zus van pastoor Déléstré, de
leiding van het patronaat op zondag in handen. Tijdens de 1ste
Wereldoorlog waren veel kinderen ondervoed en ze kregen gratis
koeken tijdens de middag van Franse zusters Norbertinessen uit
Bonlieu, die gevlucht waren, en in de Orangerie van de Plantentuin
woonden. In 1921 is voor het eerst een leek als leerkracht benoemd.
In ’24 werden het woonhuis en de school, dank zij de gravin de
Merode, van electriciteit voorzien. Eind januari ’25 werden alle
personeelsleden uitgenodigd in het gemeentehuis, waar de inspecteur
de omzendbrieven, besluiten en andere documenten toelichtte. In
april was er een Opvoedkundige vergadering en in mei een examen voor
de onderwijzers. Begin juni kwam het bericht dat een gunstig rapport
was overgemaakt en staatstoelagen zouden worden toegekend, waarna de
officiële erkenning zou volgen. Het contract van Aanneming kwam er
eind juli voor de Bewaarschool en vijf jaar later voor de Lagere
school, en werd door Pastoor Délestré, prelaat Hoppenbrouwers en
burgemeester Verhasselt ondertekend. In dat jaar kwam de dwarsbouw
met nieuwe klassen en feestzaal en na deze werken werd ook de
speelplaats geplaveid. De meerkosten werden door Barones d’Overschie
betaald! Er waren toen vier kloosterzusters en vijf (ongehuwde! )
onderwijzeressen.
Bij het uitbreken van de oorlog in mei 1940 vluchtten de zusters
naar Laken en de lokalen werden door de Duitsers bezet. In september
kwamen ze terug naar Grimbergen en gaven les in de oude lokalen van
de Zevensterre, in de ‘Belle Vue’, in de ‘Visbank’ en in het
pachthof van de abdij. In de lente van ’41 trokken de Duitsers
verder en werd in de school een beroepsklas ingericht. Er was
(sedert ’37 al) soepbedeling voor de kinderen: gratis voor 120
leerlingen en 45 betalenden en ze kregen ook een pil met levertraan.
Het gemiddelde maandloon van een onderwijzer(es) was toen 1000
frank, er kwam een afhouding voor het pensioen en 4% ging als
bijdrage voor Winterhulp. Een 13de eeuws Mariabeeld, dat in 1735
verdwenen was uit de sacristie en in 1939 was teruggevonden was een
devotie ontstaan. Pastoor Délestré en de school organiseerden in
augustus1943 een Mariale tentoonstelling en een processie. Gravin
Jeanne van Merode schonk het Lieve-Vrouwebeeld van Altöting (
belangrijke bedevaartplaats in Beieren) aan Grimbergen voor de
Dreefkapel.
In september werd zuster Hélène Van den Driessche directrice van de
school, functie die ze tot de zomer van 1956 waarnam. In juni ’44
telde men zes leerkrachten voor de Lagere school met 178 leerlingen
en drie voor de kleuterafdeling, met elk 50 kinderen per klas !
In september ’49 kwam zuster Maria Totté, via Brussegem en Strombeek
naar Grimbergen, gaf er zeven jaar les, en werd directrice van de
basisschool tot in 1967. Ze stond open voor vernieuwingen in de kerk
en de maatschappiij. In oktober 1957 al werd een Schoolcomité
opgericht die instond voor het bestuur van de school. Wegens het
stijgend aantal leerlingen moesten zowel de 2de als de 3de graad
klassen worden ontdubbeld en bij de kleuters stond één onderwijzeres
voor 77 kinderen! De gemeenteraad ( burgemeester Corneel Verbaanderd
) keurde toen een bijzondere toelage van 30.000 franken goed. In
oktober 1958 werden de nieuwe klassen door de bisschop ingehuldigd
en is een vierde kleuterleidster aangenomen. Het was de tijd van de
succesvolle schoolfeesten, opgeluisterd door ondermeer Jef Burm,
Will Ferdy, de Woodpeckers en Suzy Marleen. Vanaf september 1960
werd er voor de leerlingen van beide Grimbergse scholen gratis
schoolvervoer ingelegd.
Serge Demol
|