Albert, Jos °Brussel 1886 †Ukkel
1981
Schilder van post-impressionistische, fauvistische en kubistische composities;
later schilder in een hyperrealistische factuur.
Werkt aanvankelijk bij zijn vader schilder-decorateur en
volgt avondlessen aan de Academie van Sint-Joost-ten-Node.
Bezoekt het vrije atelier van L’Effort (1909-1915) en komt
er in contact met Jean Brusselmans, Philibert Cockx, Charles Dehoy, Willem
Paerels, Ferdinand Schirren, Edgard Tytgat en Rik Wouters.
Stelt in 1911 en 1912 tentoon met Doe stil voort. Ontmoet
in 1912 Gustave De Smet. Neemt deel aan de laatste tentoonstelling van La Libre
Estéthique (1914). Eerste persoonlijke tentoonstelling in 1917 in Galerie G.
Giroux. Leraar in de school van P. Logelain voor marmerschildering (1919-1927).
Persoonlijke tentoonstelling in Le Centaure (1923) met vooral constructivistisch
werk en in Galerie G. Giroux (1929) met een overzicht van zijn oeuvre.
Vanaf 1922 evolueert hij naar de schildering van de
realiteit in de lijn van de Hollandse fijnschilders. Schildert aanvankelijk
stillevens en interieurs; vanaf het begin van de jaren dertig tot 1955,
hoofdzakelijk landschappen en finaal opnieuw stillevens.
Neemt aan talrijke tentoonstellingen in binnen- en
buitenland deel. Heel wat onderscheidingen vallen hem te beurt. Lid van Le
Cercle des XV. Lid van de Koninklijke Academie (1973).
Overzichtstentoonstellingen in Evere (1955), Albert Ier Brussel (1972), Galerie
de Vuyst Lokeren (1975). Werk in de Musea van Antwerpen, Brussel, Elsene, Gent,
Luik evenals in talrijke buitenlandse Musea (Duitsland, Frankrijk, Nederland en
Egypte).
Bron: Biografisch lexicon plastische Kunst in
België, Greet & Wim Pas, De Gulden Roos vzw, 2000 (ISBN 90-76138-02-8) |