Cassiers, Henri °Antwerpen 1858 †Elsene
1944
Schilder, vooral aquarellist en gouachist van
landschappen, marines, stadsgezichten en genretaferelen. Lithograaf en etser.
Zeer belangrijk illustrator.
Rond 1880 opleiding tot architect bij de Brusselse
art-nouveauarchitect P. Saintenoy. Werkt in Brussel in de Vrije Academie La
Patte de Dindon samen met Henri Stacquet en Victor Uytterschaut.
Zijn voorkeur gaat uit nar de aquarel en hij bereikt erin
de hoogste top; James Ensor noemt hem de Prins der Belgische Aquarellisten.
Onderneemt talrijke reizen naar de meeste West-Europese
landen en keert terug met een rijke artistieke oogst. Het gebied van de
Zuiderzee heeft echter zijn voorkeur. Reist meestal met collega-kunstenaars,
o.a. met C.W. Bartlett en met Anna Boch.
Vanaf 1905 combineert hij succesrijk aquarel en gouache en
ontwikkelt hierbij een zeer persoonlijke stijl en factuur. Bij leven zal hij
echter vooral furore maken als decoratief kunstenaar en als realisator van een
zeer groot aantal lithografische affiches, prentkaarten en wandplaten, o.m. voor
de uitgeverij Dietrich in Brussel.
Illustreert talrijke literaire werken, o.m. van Emile
Verhaeren, Stijn Streuvels, C. Mauclair en Cyriel Buysse. Mede-oprichter van Les
Aquarellistes Belges (1883), voorzittter van de Société royale belge des
Aquarellistes (1907-1938) en lid van de Société des Aquafortistes belges.
Retrospectieves in 1994 in het Vleeshuis in Antwerpen en in het Museum van
Katwijk. Werk in talrijke Musea en Prentenkabinetten.
Bron: Biografisch lexicon plastische Kunst in
België, Greet & Wim Pas, De Gulden Roos vzw, 2000 (ISBN 90-76138-02-8)
|