Virtueel Museum Grimbergen

Bekende personen (Soldaat Martin, Thomas)
 

 
Het graf van soldaat Thomas Martin

Mooi in het gelid met de twintig Belgische graven uit de Eerste Wereldoorlog, maar lichtjes afzijdig, staat op het kerkhof van Verbrande Brug het graf van een Engelse militair uit de Tweede Wereldoorlog. Thomas Martin sneuvelde in de woelige meidagen van 1940. Hij was amper eenentwintig jaar oud.
De rechtopstaande grafsteen is van het type dat op alle Britse kerkhoven overal ter wereld gebruikelijk is: een witte steen met daarop een aantal vaste gegevens en onderaan indien gewenst een persoonlijke boodschap van de familie.
De vaste gegevens zijn het regimentsinsigne, stamnummer, naam, graad, eenheid en ouderdom van de overleden militair.
Thomas Martin was soldaat in het South Lancashire Regiment en hij sneuvelde op 21 mei 1940. De familie liet volgende persoonlijke boodschap aanbrengen:
‘IN MEMORY OF THOMAS TOO DEARLY LOVED TO BE FORGOTTEN’
(Ter herinnering aan Thomas, te innig geliefd om vergeten te worden).

Wie was deze jonge Brit en hoe komt het dat hij uitgerekend hier aan zijn einde kwam?
Uit de centrale gegevensbank van de Commonwealth War Graves Commission (zie kadertekst), vernemen wij nog dat Thomas deel uitmaakte van het 1ste bataljon van het South Lancashire Regiment. Ook de naam van zijn ouders: James en Catherine Martin uit Salford, Lancashire, nu een deelgebied van Groot Manchester.
Zou er nog familie van Thomas Martin te vinden zijn? Het zou best kunnen; de persoonlijke boodschap op het graf laat veronderstellen dat hij uit een warm nest kwam. Ik stuurde een e-mail naar het gemeentebestuur van Salford en kreeg dezelfde dag nog een antwoord van de ‘public relations officer’ dat zij de zaak zouden natrekken. Een oproep op de plaatselijke radiozender Salford City Radio bracht eveneens reacties op gang, deze keer van een vereniging die het militair verleden van Salford onderzoekt.
Kort daarop kwamen dan reacties van Thomas’ familie. Enthousiast en vooral zeer dankbaar. Zo kreeg ik heel wat informatie over de familie en werden mij ook een aantal documenten doorgespeeld, waaronder de foto van Thomas met zijn vrienden, de laatste die van hem getrokken werd. De kleinkinderen van Thomas’ oudste broer James (‘Jim’) haalden herinneringen op aan hun bezoek van het graf. Zij drukten hun dankbaarheid uit voor de manier waarop het werd onderhouden. Dat zij hun familielid in Grimbergen vonden was voor hen een verrassing. In de familie leefde het denkbeeld dat hij bij Duinkerke was gesneuveld.

Thomas Martin, de familie heeft het over ‘Tommy’, was de jongste zoon van James Martin en Catherine Gordon. Uit het huwelijk werden vier kinderen geboren: James, Ann, Mary Jane en Thomas. Het gezin woonde in Pennystreet 37 te Salford. De jongste zoon Thomas was tot september 1939 werkzaam bij een plaatselijk bedrijfje (Messrs. Boxmakers, Limited). Dan neemt hij vrijwillig dienst. Op dat ogenblik is zijn vader, een oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog, eveneens onder de wapens, ondanks verwondingen opgelopen door mosterdgas. James Martin zou in oktober 1939 overlijden aan een longontsteking. Hij was drieënvijftig jaar oud. Thomas zou zijn vader slechte zeven maanden overleven.
Thomas Martin was verloofd met Val Risman, de zus van een plaatselijke beroemdheid, rugbyspeler Gus Risman. In 1940 is Tommy’s oudste broer eveneens in het leger. De familie bezorgde mij de kopie van een brief van James aan zijn jongere broer. Een greep uit het dagelijks leven van twee jonge soldaten in de lente van 1940, kennelijk geschreven op een wankele ondergrond met een potlood dat behoorlijk bot was en na de derde zin en naar het einde van de brief opnieuw werd aangescherpt.

Beste Tommy,
Ik hoop dat het goed met je gaat en dat je het weer gewoon raakt in het militair leven. Tot mijn spijt moet ik je melden dat ik niet naar jouw bataljon kan overkomen. De transfer is niet toegelaten, we hebben navraag gedaan. Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar wij mogen niet weg van hier, wij mogen ons ‘s nachts niet uitkleden en we werken de hele dag, maar ze gaan ons op een later tijdstip drie uur vrijaf geven per dag, dat zeggen ze toch. Hoe meer ik over deze oorlog nadenk, hoe minder ik kansen zie voor de ‘Jerries’ [de Moffen]. Het kan wellicht een poos duren maar als andere landen zich er buiten houden, zal het niet zo lang duren. Ik hoop alvast van niet, wij hadden hier goed eten tot deze week, maar nu hebben zij ons op R.A.S.C. [Royal Army Service Corps] rantsoenen gezet en ze hebben er de havermout afgehaald en dat was juist het lekkerste van alles, maar het is toch nog een pak beter dan hetgeen die Duitsers met hun dikke kop krijgen.
Veel geluk knul.
Jim’

Tommy heeft de brief nooit ontvangen; hij was dan al vermist. Een plaatselijke krant vermeldt in een kort bericht dat mevrouw Martin het officieel bericht gekregen heeft dat haar zoon soldaat [private] Thomas Martin als vermist werd opgegeven. Het knipsel is spijtig genoeg niet gedateerd. Zijzelf al had in een brief aan haar andere zoon James haar ongerustheid uitgedrukt; ze hoopt zo om toch iets over Tommy te vernemen. Vermits zij in diezelfde brief vermeldt dat zij met één van de kleinkinderen naar Father Christmas is gaan kijken, nemen wij aan dat zij op het einde van 1940 schrijft en dat het officieel bericht misschien zelfs van het begin van 1941 is.

De eenzame soldaat op het militair kerkhof van Verbrande Brug heeft nu een gezicht gekregen; het is een jonge kerel van vlees en bloed met een familie, een lief en een job in het burgerleven.
Hoe kwam Thomas Martin aan zijn einde? Daarnaar hebben wij het raden.
Zijn sterfdatum staat ook niet onomstootbaar vast. Op 21 mei 1940, de datum waarop hij in de omgeving van Verbrande Brug zou gesneuveld zijn, bevonden er zich geen geallieerde troepen meer in onze streek. Zij maakten zich op om de zoveelste verdedigingslinie te improviseren, ditmaal rond Gent en verder zuidwaarts langs de Schelde. Zelfs van een achterhoedegevecht kan hier geen sprake zijn.

In het regimentsdagboek van het 1ste Bataljon van het South Lancashire Regiment wordt wel een incident beschreven waarbij aan Verbrande Brug enkele slachtoffers vielen, waaronder twee dodelijke. De locatie wordt aangegeven als ‘Veldkant, North of Brussels’.
Op 16 mei 1940, om 23u25 merkt de voorhoede van een Belgische colonne (2de infanteriedivisie) die de brug aan het oversteken is een verdachte gestalte op. Na verschillende sommaties die onbeantwoord blijven, wordt de man beschoten en in het hoofd dodelijk getroffen. Het was een schildwacht van de Britse A compagnie. De Britten reageren onmiddellijk en beschieten de vermeende aanvallers, onder meer met hun Bren-mitrailleur. Een andere Britse militair wordt in de buik getroffen en valt in het kanaal. Hij wordt als vermist opgegeven. Er vallen nog gewonden. Na een klein half uur wordt het misverstand duidelijk en stopt het vuren.
Uit ondervraging van de Belgische militair die het vuur had geopend, bleek dat hij de verdachte ‘in het Frans, in het Vlaams en in het Engels’ de gebruikelijke sommaties had toegeroepen, maar dat die op geen enkele manier daarop gereageerd had, met de gekende gevolgen.

De datum van het relaas klopt alvast met de realiteit. Tijdens de nacht van 16 op 17 mei werd de volledige KW-linie (de Belgische versterkte stelling tussen Koningshooikt en Waver) ontruimd. Het was een grootschalige operatie, als gevolg van de Duitse doorbraak bij Sedan en Dinant, maar die voor de troepen onverklaarbaar leek. De zenuwen stonden dus wel erg gespannen. Alles verliep nog redelijk ordelijk, maar het onbegrip was groot.
Vanaf de tweede oorlogsweek wordt de toestand meer en meer chaotisch. Zo geeft het oorlogsdagboek van de South Lancashires namen op van gesneuvelden, maar van Thomas Martin is er geen sprake. Bij de CWGC staan dan weer drie slachtoffers vermeld op 20 mei, waaronder de soldaat die dodelijk verwond in het kanaal tuimelde. Thomas Martin zou op 21 mei gesneuveld zijn, maar dat lijkt weinig aannemelijk. Door de kritieke militaire toestand werd het oorlogsdagboek pas na de feiten aangevuld, waardoor de gegevens niet helemaal accuraat zijn.
Wij kunnen alvast stellen dat de sterfdata niet kloppen, al is het mogelijk dat sommige slachtoffers enige tijd later aan hun verwondingen bezweken zijn.
De vraag blijft of Thomas Martin de onfortuinlijke schildwacht was. Wij zullen wellicht het antwoord nooit vernemen. Wel staat vast dat hij het slachtoffer werd van ‘friendly fire’ en dat hij begraven ligt op het voormalig kerkhof vlak bij de kerk van Verbrande Brug.

Rik Sauwen
 

De 'Commonwealth War Graves Commission' werd tijdens de Eerste Wereldoorlog in Groot-Brittannië opgericht met het oog op de zorg voor de doden. Zij hebben tot doel de Britse militaire begraafplaatsen overal in de wereld te onderhouden.
Die zorg om de gesneuvelden werd tijdens de oorlog zeer belangrijk, ook omdat repatriëring praktisch onmogelijk was door het hoge aantal slachtoffers. Het hielp ook het moreel in het thuisland hoog te houden, men wist dat hun zonen een waardig graf zouden krijgen.
De CWGC draagt zorg voor de Britse gesneuvelden uit talloze conflicten. Ze onderhouden meer dan 10.000 sites.
Het hoofdkwartier Noord van de CWGC is in Ieper gevestigd.
 

 


Thomas Martin in het midden